contact.jpg

Nieuwsberichten

De jeugdbeschermer heeft het te druk, daarom wordt er overal in het land gestaakt. In Twente loopt het zo’n vaart nog niet, maar de hoge werkdruk begint zich ook hier te wreken. Te veel kinderen, te veel papierwerk. Medewerkster Esther Hillebrand geeft een inkijkje tijdens een interview met Tubantia.

Inderdaad, af en toe is er ook nog eens die dreiging. Ouders die roepen: ‘Ik weet waar je woont’. „Het is heel naar als ik tegen mijn kinderen moet zeggen; doe maar even niet open als de deurbel gaat.” Beperkingen binnen de privésfeer als gevolg van dreigementen storen jeugdbeschermer Esther Hillebrand. „Zoiets strookt niet met mijn eigen waarden. Dat is toch meer: kom erin, hier is ’t beter dan daar buiten.” Maar zelfs dat is niet wat werken in de Jeugdzorg voor haar zo zwaar maakt: „Ik vind de papieren rompslomp meer belastend. Iemand gebruikte laatst een heel mooi woord: papierpijn!” Om de werkdruk te verlichten, vraagt Jeugdbescherming landelijk aandacht. „Het begon met een mailbom”, zegt ze. „Allemaal op hetzelfde tijdstip een mail aan de Tweede Kamer sturen. Daar heb ik aan meegedaan. Maar de stakingen van de bureaudienst en niet meer op huisbezoek gaan, raakt de kinderen direct. Dat is precies wat wij in Twente niet willen.”

foto Esther

Net een accountant
Even terug naar de papieren rompslomp, die hakt er vooral in. Hillebrand geeft het voorbeeld van een kind dat speltherapie nodig heeft. Dat is geen simpele doorverwijzing. Er moet ook een financiële verantwoording voor komen. „Je weet dat een sessie speltherapie 45 minuten duurt. Maar dan komt het: hoeveel minuten is nodig voor voorbereiding, rapportage, terugkoppeling, facturering. Daar moet ik een inschatting van maken. Dan zit ik met mijn rekenmachine minuten te berekenen. Ik voel me soms net een accountant.” „Dat frustreert mij heel erg. Ik ga liever naar de mensen toe. Trek de koelkast open: ‘Hé, waarom zit hier geen eten in? Hoe ga jij vanavond je kind voeden?’ Dát is waar ik goed in ben. Niet om de hele dag achter de laptop te zitten, berekeningen maken en complexe systemen te bedienen die ons van hogerhand zijn opgelegd. Daar helpen we die kinderen niet verder mee.”

‘Doel blijft: terug naar normaal’
De verschillende registratiesystemen die een jeugdbeschermer bij moet houden, de administratieve handelingen: het vreet te veel tijd. „Binnen 5 dagen na de uitspraak van de rechter moet er een eerste contact zijn geweest. Binnen 6 weken een plan van aanpak, 16 weken voor afloop van een maatregel moet een nieuwe beslissing worden genomen... Het zijn veel deadlines en datums en protocollen.”Niet dat zij elke vorm van rapportage of overleg te veel vindt. Hillebrand vindt het goed dat elk gezin binnen teamverband wordt besproken met collega-jeugdbeschermers en een gedragswetenschapper. Daar wordt overlegd wat de juiste koers is. Of bijvoorbeeld verlenging van een ondertoezichtstelling nog wel nodig is. Maar ook: wat gaat de jeugdbeschermer daarna ondernemen om het gezin verder te helpen? „Doel blijft altijd: terug naar normaal. We willen dat het voor het kind beter is, veiliger is. Niet alleen fysieke veiligheid, dat er bijvoorbeeld geen cocaïne op tafel ligt. Maar ook mentaal. ”Die mentale belasting komt veel voor bij vechtscheidingen. Hillebrand vindt dat vaak het schrijnendst. „Bij een drugsverslaving kun je duidelijke afspraken maken. Dat is bij een complexe scheiding lastiger. Dan spreek je met de vader bijvoorbeeld af dat hij zich niet negatief uitlaat over de moeder. Hij bezweert dat hij dat niet doet. Maar als de kinderen weer terug moeten naar hun moeder, klinkt er een diepe zucht.”

Hulpverlening traag op gang
Wat de problematiek verergert, is dat er te lang wordt geprobeerd om vrijwillige hulpverlening in te zetten. Een ander struikelblok zijn de lange wachttijden in de zorg. Komt bij dat het verloop onder medewerkers groot is, wat de werkdruk bij achterblijvers verhoogt. „Dat komt ook doordat jeugdbeschermers naar gemeenten overstappen. Ze verdienen in de vrijwillige hulpverlening hetzelfde, maar met minder druk, minder stress en minder verantwoordelijkheid. We hebben bijna het dubbele aantal zaken dan verantwoord is. Het werk heeft bovendien een hoge klachtgevoeligheid. Beslissingen die wij nemen, zijn heel ingrijpend in het leven van gezinnen.”

Zwartboek op Facebook
Dat ouders vaak niet blij zijn, hakt er soms flink in. Denk aan filmpjes met jeugdbeschermers die viral gaan. Medewerkers die in een zwartboek op Facebook worden geplaatst. Bedreigingen zoals: Ik weet waar je woont, waar je man werkt, wie je kinderen zijn’. „Ik heb de afgelopen 5 jaar twee keer aangifte gedaan. Een man heeft een contactverbod gekregen voor drie jaar en een vrouw een werkstraf van 40 uur.” Aangifte doet ze niet zomaar. „Ik heb een redelijk dikke huid, ik laat het wel van me af glijden. Ik ben heel vaak voor rot gescholden door de telefoon. Of: ik maak je hartstikke dood. Maar dat wordt vaak in een impuls gezegd. Als je even later het gesprek aangaat, zeggen ze direct: dat had ik niet zo moeten doen.” Op haar hoede is ze echter altijd: „Je moet wel heel erg zorgvuldig met je eigen privacy omgaan. Als je een hobby hebt waar je heel goed in bent, wil je bijvoorbeeld niet met naam en toenaam in de krant. Iemand kan herleiden waar de club is en waar je woont. Dus daar ben je heel voorzichtig in.”