contact.jpg

Praktijkverhalen

Jeugdbeschermer Loes

Jeugdbeschermer Loes werd door de Raad voor de Kinderbescherming gebeld over drie kinderen; het ging thuis niet meer goed met de kinderen. Het lukte de ouders niet meer om goed voor ze te zorgen; er waren teveel problemen thuis.

De oudste kinderen kwamen niet op school, er werd thuis veel alcohol gedronken, er waren ruzies tussen ouders en kinderen en de jongste kinderen waren ‘s avonds laat op straat gezien door buren en familie. Die dag stonden we voor het ingewikkelde besluit; Is de situatie veilig genoeg om de kinderen thuis te kunnen laten wonen, of is het nodig dat zij tijdelijk elders ondergebracht worden?
Als jeugdbeschermer neem je een beslissing tot uithuisplaatsing nooit alleen, maar pas na overleg met een team. De band tussen ouders en kinderen is immers onvervangbaar en een uithuisplaatsing is het uiterste middel dat we willen inzetten. We besloten die dag de kinderen tijdelijk uit huis te plaatsen. De ouders en de kinderen reageerden boos en verdrietig, omdat zij zich onmachtig voelden en dat is ook begrijpelijk. De kinderen werden geplaatst in een pleeggezin; een onrustige periode brak aan voor ouders en kinderen.

Als jeugdbeschermer voerde Loes met deze ouders vele gesprekken over wat er nodig was om de kinderen weer thuis te kunnen laten wonen. Loes: “We verschilden echt vaak van mening hierover. Soms ging dit gepaard met discussies, met boosheid van de ouders en met verdriet over wat er gebeurd was. De ouders zeiden: “We willen de kinderen weer terug bij ons, we willen hiervoor alles doen, zeg maar wat we moeten doen”.
Gelukkig hielden de ouders en kinderen altijd contact met elkaar via een omgangsregeling. Loes: “Ik zag hoeveel liefde er was tussen deze ouders en kinderen en dat was mooi om te zien maar het raakte me ook, omdat ik wist dat het thuis toch nog niet veilig genoeg was.”

 Loes heeft samen met de ouders een plan kunnen maken. Een plan waarin hulp voor de ouders werd ingeschakeld, zodat ouders echt wisten waar ze aan konden werken. In dit plan staat wat zij kunnen doen als ze ruzie hebben; dan gaan ze bijvoorbeeld naar een zus of neef om even tot rust te komen. Loes: “Ik vond het ook belangrijk dat de kinderen iemand hebben met wie ze kunnen praten. De ouders vonden dit ook goed en zij hebben meegedacht over wie dit zou kunnen zijn. Met dit plan konden de kinderen weer naar huis!” Nu, een half jaar later, ziet Loes dat het beter gaat met de kinderen. Ze gaan naar school en vertellen ook aan haar dat er thuis minder ruzie is. Het gaat nog niet altijd goed, maar veel beter dan eerst en dat geeft hoop.

blog03

Loes: “Als jeugdbeschermer sta je voor ingewikkelde vragen en kom je als professional in het leven van anderen. Dat is iets waar ik me goed bewust van ben. Het is belangrijk te genieten van kleine waardevolle momenten. Ik word bijvoorbeeld blij van een foto van ouders via whatsapp, waarop een pupil staat met zijn zwemdiploma. Daar doe ik het voor als jeugdbeschermer; het organiseren van kansen en veiligheid van kinderen.”

 

 

Foto: Envato elements
Disclaimer: Om herkenbaarheid te voorkomen zijn essentiële kenmerken aangepast.